1. Awakenings 15


    Datum: 29-12-2018, Categorieën: Homo Auteur: RickMaastricht, Bron: Opwindend

    ... en de conrector van onze afdeling, mijnheer Beresford. Ik stond op.
    
    ‘Ik heb Daniel zo gevonden, en hij heeft heel dringend hulp nodig. Kan iemand alsjeblieft het zieken-huis bellen??’ ‘Mijn god!’, riep de conrector uit, ‘dit tart iedere beschrijving! Stevens, ga onmiddellijk terug en laat een ambulance hierheen komen, direct, met de hoogste spoed!!.’ De conciërge rende terug.
    
    ‘Heb jij gezien wat er gebeurd is?’, vroeg de conrector. ‘Nee mijnheer, helaas niet. Ik ben hier net aan-gekomen, en vind m’n vriend hier meer dood dan levend…’ Ik begon weer te huilen. Tot mijn verba-zing legde Beresford zijn arm om me heen! Dat was wel het laatste wat ik van hem verwacht had! ‘Sven, ik geloof in een goede God, in een almachtige God met mededogen, die goed voor zijn kinderen zal zorgen, doe jij dat ook. God zal NIET toelaten dat deze unieke en fijne mens zal sterven, geloof daar in!’ ‘Ik geloof, maar ik heb er een zwaar hoofd in’, somberde ik… ‘Vertrouwen!’ ‘Ik ben bang….’
    
    Daniel ademde nog wel, maar het zag er niet goed uit…. Ik was heel erg bang.
    
    Ik hoorde de ambulance aankomen! Gelukkig!
    
    Ik rende naar de autoparkeerplaats om ze op te wachten. De ambulance reed net de parkeerplaats op. Ik zwaaide. Een broeder stapte uit.
    
    ‘Mijn vriend ligt ernstig gewond daarachter in de bosjes’, hijgde ik, ‘ik denk dat hij er zeer slecht aan toe is’, voegde ik er nog aan toe. De broeder gebaarde naar z’n collega, die heel snel de brancard achter uit de auto haalde. Met mij voorop ...
    ... renden we het bosje in. ‘Daar!,’ riep ik. De broeders snelden naar de boom en bogen zich over Daniel; ze onderzochten hem snel, en overlegden samen. Een van de broe-ders haalde een injectienaald uit zijn koffer, voelde Daniels pols en gaf hem een injectie in zijn linker onderarm. De andere was al een tijdje in de weer met een stethoscoop.
    
    ‘Hoe gaat het nu met hem?,’ vroeg ik angstig, ‘is hij in levensgevaar?’ De broeder die de spuit had ge-geven keek me vriendelijk aan. ‘Wie ben je eigenlijk, jongeman?’
    
    ‘Ik ben Sven, de beste vriend van Daniel, hij heet trouwens Daniel ter Horst, en zijn moeder – dokter Eveline Ter Horst - werkt bij jullie in het ziekenhuis.’ De broeder schreef wat dingen op en knikte.
    
    ‘Juist ja. Nu, beste Sven, ik mag geen mededelingen doen aan iemand die geen directe familie is, begrijp je?’ ‘Ik begrijp NIKS!’, huilde ik radeloos, ‘mijn lieve vriend ligt hier misschien dood te gaan, en jullie kunnen toch wel IETS zeggen??? Alsjeblieft….’ ‘Nou goed dan. Ik kan wel dít zeggen: jouw vriend Daniel is er slecht aan toe, heel slecht zelfs, maar gelukkig verkeert hij niet in levensgevaar….’ Inmid-dels had de andere broeder de brancard opgezet, en samen met zijn collega tilden ze Daniel op de bran-card. Vliegensvlug reden ze Daniel naar de ambulance.
    
    Ik rende mee natuurlijk.
    
    Daniel werd achterin geschoven, en ik zag nog net dat een van de broeders een infuus in Daniels arm aanbracht, voordat de deur gesloten werd. Ik sprak zijn collega aan. ‘Mag ik mee? ...
«1234...13»