1. Mini - 79


    Datum: 27-6-2020, Categorieën: Romantisch Auteur: Keith, Bron: Opwindend

    Maandagmorgen, in de buurt van Arras. Langzaam werd ik wakker door Joline die heen en weer liep. “Hé schoonheid, wat ben jij ijverig bezig…” Ze draaide zich om. “Ja, goed hé? En dat om half acht tijdens de vakantie. Ik was toch wakker, moest plassen en had daarna trek in koffie. Het is zonde om in je vakantie tot elf uur in je bed te liggen rotten… Croissantjes staan in de oven, nog vijf minuten voor het ontbijt!”
    
    Even later zaten we op bed te ontbijten. “C’est trés Francois: sterke koffie en een croissantje.” Terwijl we zaten te ontbijten reed er een zitmaaier langs. Een man van mijn leeftijd er op. Wat opviel was een glimmende stalen prothese, net onder zijn linkerknie. “Mooi dat zo’n campingbaas een invalide aan een baan helpt. Dat zie je niet zo vaak.” Joline keek de zitmaaier na. “Zielig voor zo’n jonge vent… Enfin, hij hoeft niet te bedelen.”
    
    Ze keek me onderzoekend aan. “Wat gaan we vandaag doen, Kees?” “Heb je er geen bezwaar tegen om met me mee te gaan naar het Arras Memorial? En daarna een wandeling door de omgeving of de stad?” Ze knikte. “Is goed.” Ze lachte zachtjes. “Met name het deel ‘stad’…”
    
    Dat pakte anders uit. Drie uur later liepen we in stilte het Arras Memorial uit. Bijna 35.000 Engelse, Zuidafrikaanse en Nieuwzeelandse militairen lagen daar begraven. Gesneuveld tussen 9 April and 16 Mei 1917 tijdens de slag om Arras. We gingen een paar honderd meter verder langs de kant van de weg op een bankje zitten. “Je had gelijk, Kees. Eén dode is een ...
    ... ramp, duizenden doden zijn slechts een getal. Hoe konden de politici uit die tijd dit verantwoorden? En dit is slechts één plaats in Frankrijk...” Ze keek me aan. “Vind je het goed als we vandaag nog doorrijden? Ik wil hier weg!” Ik knikte. “Oké meid. Dit ook geen plaats om lekker vakantie te vieren. We lopen naar de camping, melden ons af en rijden door.” Eenmaal bij de receptie legde ik uit waarom we plotseling door wilde rijden. De man achter de balie knikte begrijpend. Het bleek vaker te gebeuren. Hij keek me aan. “Êtes-vous un ancien combattant?” Ik knikte. “Oui monsieur. Bosnie et Afghanistan” Hij schoof het geld op de balie weer terug. “Ensuite, vous n'avez pas à payer.” Ik protesteerde. “Mais monsieur...” Hij keek me aan. “Mon fils a également combattu en Bosnie. IFOR, 1996” Ik boog en bedankte hem. Toen we wegreden, stond hij bij de poort en zwaaide. Ik groette militair terug. Joline keek me aan. “Waarom wilde hij geen geld, Kees?” “Omdat ik veteraan ben. Zijn zoon heeft in 1996 bij IFOR in Bosnie gevochten..." Er ging me een licht op. "Het zou me niets verwonderen als zijn zoon die man op die zitmaaier was.” Iets verderop was een klein winkeltje. “Verdomme, ik ga het vragen!” Ik zette de camper op de parkeerplaats en liep het winkeltje binnen. Een oudere dame kwam tevoorschijn. “Bonjour Madame...” In mijn beste Frans vroeg ik of de eigenaar van de camping een gehandicapte zoon had. Ze bevestigde dat. “Jules...Hij is in Bosnië op een landmijn gestapt en raakte zijn ...
«1234...7»