1. Verdwaald - 3


    Datum: 5-2-2020, Categorieën: Homo Auteur: Rob, Bron: Opwindend

    ... ik.’
    
    Arnout zei van niet. De jongens bleven door kletsen tot ze bij de eerste val kwamen: niks gevangen. Ferre was wel geïnteresseerd in hoe Arnout ze gemaakt had, dus Arnout liet het hem zien. ‘… Het enige wat je nu nog moet doen, is deze twijg strak trekken, zodat hij onder spanning komt te staan. Als er dan bijvoorbeeld een eekhoorn komt snuffelen, en die raakt de twijg aan, dan klapt de val dicht. Hier, probeer maar.’
    
    Ferre moest een dikke twijg buigen om de val klaar te zetten. Hij zette kracht en de spieren in zijn armen bolden op. Ineens slaakte hij een kreet en liet de twijg los. Die zwiepte terug in normale stand en kwam daarbij bijna in zijn gezicht terecht. ‘Wat is er?’ vroeg Arnout bezorgd.
    
    ‘Mijn arm…’ kreunde Ferre. Arnout keek naar het verband om Ferre’s arm. Stom. Hij had moeten beseffen dat Ferre misschien ook niet tot alles in staat was. Hij was er weliswaar niet zo ernstig aan toe als Joaquin, maar toch.
    
    ‘Laat mij er eens naar kijken,’ zei Arnout. Ferre, die op de grond zat, knikte hem toe. Arnout knielde naast hem neer en knoopte voorzichtig het verband los. Op de linkerarm van Ferre zat een lelijke schaafwond. Hij was niet heel diep, maar wel ontstoken. ‘Heb je hem schoongemaakt?’ vroeg Arnout. Ferre schudde van nee. ‘Laten we dat dan meteen even doen. We zijn nog steeds in de buurt van de beek.’
    
    ‘Goed plan,’ zei Ferre met opeengeklemde tanden.
    
    Ze liepen terug naar de beek en Arnout liet Ferre op een steen aan de waterkant zitten. ‘Trek ...
    ... je shirt eens uit,’ droeg hij de jongen op. Ferre gehoorzaamde zonder aarzelen en overhandigde hem zijn shirt. Arnout nam een seconde de tijd om de strakke torso van Ferre te bekijken. Zijn borstspieren waren hoekig, met kleine, donkere tepels erop en zijn buik was glimmend glad. Arnout focuste weer op zijn taak. Hij trok een reep stof los van het shirt en begon die in het water van de beek uit te wassen. Het duurde even, maar toen had hij een geïmproviseerde doek waarmee hij de wond kon deppen.
    
    Arnout deed zo voorzichtig mogelijk, maar toch vertrok Ferre zijn gezicht elke keer dat hij de wond aanraakte. Arnout ging stug door, totdat hij vond dat de wond schoon genoeg was. Daarna scheurde hij nog een reep van het shirt van Ferre, waste het uit en gebruikte het als nieuw verband. ‘Ziezo,’ zei hij toen hij klaar was.
    
    ‘Dankje, denk ik,’ zei Ferre. ‘Het deed verdomme wel pijn.’
    
    ‘Eigen schuld,’ zei Arnout speels, ‘had je maar niet als een bang katje voor die slapende beer weg moeten rennen.’
    
    ‘Ja, ja, ik heb het allemaal gedaan. Al goed.’ Ferre begon te glimlachen. ‘O, wacht even,’ zei hij toen Arnout weer door wilde lopen. Hij keek de jongen met een frons aan. ‘Hier zit iets…’ De jongen strekte zijn hand uit naar de borst van Arnout. Vlak onder zijn rechtertepel zat een spetter modder. Ferre probeerde hem weg te vegen, maar dat lukte niet in een keer. ‘Oeps,’ zei hij – de modder was nu meer verspreid geraakt. Hij maakte zijn duim nat met wat spuug en begon te poetsen. ...
«1...345...12»