1. Verlangen - 2


    Datum: 27-6-2022, Categorieën: Romantisch Auteur: Leen, Bron: Opwindend

    ... me van top tot teen bekijkt. Ik kijk naar mijn wijde roze trainingsbroek en veel te grote sweater die mijn weelderige vormen bedekt. Ik denk aan mijn veel te dikke kont en stevige lange benen en vraag me af wat Carl zijn eerste gedachten waren toen hij me daarnet zag. Ik baal er van dat ik niet de tijd heb genomen om iets fatsoenlijkers aan te trekken. Maar daar is het nu te laat voor. Met 'Het is maar een fietstochtje', probeer ik mezelf moed in te spreken. "Je ziet er beeldig uit," lijkt hij mijn gedachten te raden. Met een opgeluchte glimlach neem ik zijn compliment in ontvangst.
    
    Via lange vlakke landweggetjes rijden we de polder in, langs boerderijen waar langs de weg aardappelen en eieren worden verkocht. Langs verkavelde velden vol maïs en bieten. Langs weiden vol koeien. De wind voert de geuren van gras en mest met zich mee. Ik rij dwars door een zwerm insecten ergens onder een boom met een dicht bladerdak. Eén vindt de weg naar mijn oog, een ander naar mijn mond en in weerwil van mezelf slik ik hem in. Ik kuch en probeer hem uit te spuwen. Een bitterzoete smaak blijft achter in mijn mond. Naast me hoor ik Carl lachen. Ik kijk hem gespeeld verontwaardigd aan en geef hem een zachte duw waardoor hij bijna zijn evenwicht verliest. "Hé!" schreeuwt hij, waarna ik er met een spurtje vandoor rij.
    
    Hijgend en puffend komen we een half uur later aan in Doel. Het gezicht van Carl ziet rood en zweet druppelt van zijn voorhoofd.
    
    "Ik dacht dat jij sportiever was," grap ...
    ... ik.
    
    "Jij..." ( hijg, puf, zucht )
    
    "Ik mag er misschien uit zien als een koe, fietsen kan ik als de beste." reageer ik gevat.
    
    "Wees niet zo hard voor jezelf."
    
    Ik steek mijn tong uit.
    
    We gaan op een bankje zitten bovenop de dijk, vlak langs het plezierhaventje. Ik neem een blikje cola uit mijn rugzak en overhandig het aan Carl. "Hier ben je aan toe, denk ik."
    
    "Dank je."
    
    Even later duw ik hem een deo in zijn handen. "En dit ook," lach ik.
    
    "Stink ik?" Het klinkt verschrikt. Carl heft zijn arm op om onder zijn oksel te ruiken.
    
    "Fris is het niet, geloof me."
    
    Carl staart beschaamd voor zich uit.
    
    "Hoe laat moet je terug thuis zijn?" probeer ik het gesprek op gang te trekken.
    
    "Ik heb geen uur afgesproken."
    
    "Mooi."
    
    ( stilte )
    
    "Ik wou tot vier uur blijven."
    
    "Ok."
    
    "Misschien kunnen we de volgende keer de Flandria ( nvdr: overzetboot ) nemen naar Lillo. Daar is een leuk terrasje waar ze heerlijk ijs verkopen. Wat denk je?"
    
    "Leuk." klinkt het kortaf.
    
    We zitten een tijdje zwijgend naast elkaar, niet wetend wat te zeggen. De stilte voelt ongemakkelijk. Af en toe kijk ik met een jaloerse blik naar het bankje naast ons. Daar zit een verliefd stelletje innig verstrengeld te zoenen.
    
    We worden opgeschrikt door een scheepshoorn. Een oude vissersboot - de romp vol roest, schelpen en olie - komt het haventje binnenvaren. Een zwerm meeuwen volgt. Het schip wordt vastgemeerd met stevige trossen en een loopplank wordt met veel geknars en gepiep ...