1. Gestrand - 1


    Datum: 25-4-2020, Categorieën: Hetero Auteur: Travestiet, Bron: Opwindend

    ... dag verkende ik waar we terecht waren gekomen. Ik zat in een baai van iets wat een uitgedoofde vulkaan of zoiets was. Maar het stand werd aan beide zijde dus afgegrendeld door uitlopers van de berg zodat ik in mijn rug de berg had en voor mij de zee. Het was ongeveer ik denk een kilometer breed. Ik klom de ene bergrug op en zag aan de andere kant daarvan woeste zee en niets anders dan water en rotsen. Geen schip of tekenen van beschaving.
    
    In de rest van de week zochten Lee en ik alles af. De dames zaten in het zand en kankerde aan een stuk door maar staken geen vinger uit. We vonden een klein stroompje zodat water geen probleem was. We vingen met een lijn uit het noodpakket wat vis en dachten met 1 week of zo gered te worden.
    
    Om het kort te houden, we zitten nu hier een maand of drie denk ik zo. Lee is niet meer. Bij het vissen is hij uitgegleden en gevallen en daarna verdronken. Zijn lijk heb ik alleen moeten begraven. Dat was na circa 4 weken. En in de weer erna barstte de bom. De dames verwachtte nu van mij dat ik hun slaafje werd en eisten hun maaltijden, deden zelf niets en lieten alles aan mij over. Op een avond klapte het en brulde ik dat ze van hun luie reet af moeten komen en de handen uit de mouwen moesten steken. Iets in de geest van geen arbeid, geen eten. Woedend stormde ik de grot uit en riep dat ik op mij zelf ging wonen en dat de dames het maar uit moesten zoeken. Ik liep naar de tegenoverliggende helling en bouwde mijn eigen onderkomen. Al snel ...
    ... brandde een leuk vuurtje en roosterde ik mijn eigen vis en ging lekker slapen. Zo ging het 3 dagen goed totdat de dames voor mijn hut stonden en wederom eisten dat ik voor hun zou meten zorgen. Witheet brulde ik dat zij mij niet konden dwingen en dat ze zelf maar iets moesten doen.
    
    Uit mij ooghoeken zag ik dat een van de dochters mijn geroosterde vis weg pakte en snel opvrat. Ja, opvrat. Die hadden de nood voorraad geplunderd en nu 2 of 3 dagen niet gegeten. Op zeker moment greep moeder in en maande iedereen tot stilte. Met haar handen op haar heupen stond zij voor mij en brulde als een sergeant mij toe wat zij dan moesten. Ik kon toch niet verwachten dat zij voor zich zelf zouden zorgen. Wist ik wel wie zij waren? Nou, en zij noemde een naam die ik niet herhaal. Maar uit een rijke familie. Bekende naam.
    
    Ik vroeg toen wat dat hier betekende. Ik legde uit dat de naam en reputatie hier geen flikker betekende en dat het hier draaide om het naakte bestaan. En dat als je wilde eten dat je het vangen moest. En zelf bereiden. Er was hier geen personeel meer om voor hun te zorgen. En als zij iets van mij verwachtten, dan moesten zij maar iets bedenken als tegen prestatie. Ik werk hier niets voor niets. Madam beloofde mij gouden bergen, die ik van de hand wees. Ik heb niets aan beloftes. Die kan ik nu niet eten. Je verzint maar iets met hand en spandiensten als tegenprestatie. Ik keek nog even vals alle dames aan, en ik verwacht dus van iedereen een tegenprestatie.
    
    Woedend draaide ...