1. Ik wou leraar worden


    Datum: 26-5-2019, Categorieën: Fantasie Auteur: wienie, Bron: Gertibaldi

    ... maar de gang naar Canossa te maken.
    
    Met toch wat knikkende knieën wachtte ik de volgende dag tot alle leerlingen waren verdwenen en zij de laatste restjes aan het opruimen was. Ik stapte de lege klas binnen en vertelde haar dat ik enorm spijt had van mijn opmerking van gisteren. Tot mijn verbazing zei ze tegen mij dat zij het er ook wel aardig naar gemaakt had. Op mijn vraag of we weer normaal konden gaan doen, antwoordde zij volmondig: “Ja”. Er was echter één probleem, de cijfers stonden en tijdens de lerarenvergadering was de opmerking gevallen dat bijles absoluut noodzakelijk was. Ze moest hieraan voldoen en vervolgens nog bewijzen van de resultaten opleveren.
    
    Wat een feest. Ze had me genaaid en gebonden en ik kon ervoor opdraaien. “Ik zoek wel iemand”: zei ik, “maar waar vind ik die?” Tot mijn stomme verbazing antwoordde zij, dat zij dat op zich zou nemen. Ze moest wel voorzichtig aandoen, want anders zou niemand het vertrouwen.
    
    Ik berustte er maar in en we spraken af dat ik elke zondagmiddag mijn niet verdiende bijles zou krijgen. De eerste zondagen liepen enorm stroef. We wisten beiden van elkaar dat ik het niet nodig had.
    
    Na verloop van tijd begon het tij te kenteren. We gedroegen ons losser en ze vroeg me vriendelijk, doch indringend haar bij haar voornaam (Debbie) te noemen. “Je heet zeker voluit Deborah”; vroeg ik meteen en met een soort schaamrood op haar wangen, beaamde ze dit. “Waarom schaam je je daarvoor, het is een mooie naam en past precies bij ...
    ... je.”, zei ik oprecht en ze kleurde dieper. “Wat vind je leuker, Debbie of Deborah”, vroeg ik en haar antwoord was “Deborah”. “Wel, Deborah, zullen we maar weer aan de slag gaan, anders is het morgen weer hommeles. Ik moet, volgens mij, nog twee hoofdstukken doen en dan is het beurt voor vandaag.” Wij weer aan de slag en tot mijn (of onze) verbazing merkte ik dat ik toch bijleerde. Ik vertelde haar dat en spontaan riep ze uit dat we dan nog even doorgingen en ze mij, als ik bij het volgende proefwerk een 7 zou halen, mij op een etentje zou trakteren; dat was ze me wel schuldig.
    
    Hoe gek het ook klinkt, ik leerde me kapot, wou persé die zeven halen en warempel, ze beoordeelde me, na overleg met die andere leraar, met een negen. Mijn ouders waren dolblij toen ik ze tijdens ons wekelijks telefoongesprek daarvan op de hoogte stelden. We hadden het idee dat het de verkeerde kant op zou gaan, vertelden ze mij, maar hiermee heb je het tegendeel bewezen.
    
    Ik vertelde haar dat en ze moest lachen. “Volgende week is het etentje daar”: zei ze. “Is er iets wat je absoluut niet lust”: vervolde ze, maar daarop kon ik met een gerust hart op antwoorden dat ik een totale omnivoor was, met één uitzondering en wel; schapenvlees.
    
    De volgende zondag trok ik, voor mijn doen, best nette kleren aan en ging naar haar toe. Ze was duidelijk verrast door mijn outfit, want zelf had ze zich aan mijn “normale” kledij aangepast. Verschoten jeans, een slobbertruitje en afzakkende kousen. “Rotzak”: zei ze ...