1. Hij In De Trein


    Datum: 12-8-2018, Categorieën: Homo Auteur: Bas, Bron: Opwindend

    ... het station. In de app zag ik dat ik nog tien minuten had. Ik mocht wel doorlopen.
    
    Met nog een minuut voor vertrek sprong ik de trein in. Ik ging zitten op een tweezits. Ik haalde mij oordopjes uit mijn jaszak en ging muziek luisteren. Toen viel mij ineens de jongen in de vierzits schuin tegenover mij op. Ik keek of er een scherm met informatie boven mij hing. Nee, hij staarde niet ergens anders naar. Hij keek naar mij. Ik keek naar hem, maar hij keek nu de andere kant op. Hij had een kleine sporttas naar hem staan. Z’n bruine haren leken nog nat. Op zijn hoofd had ie een grote koptelefoon. Om zijn benen zat een strakke blauwe trainingsbroek. Daaronder witte Nike sokken en witte Nike sneakers. Hij had gesport. Dat was duidelijk. Zijn wangen waren licht rood. Zijn lippen waren redelijk aanwezig. Op zijn voorhoofd en rond z’n wangen had ie een beetje acne. Maar het maakt hem er niet minder knap op. Wel jong. Hoe oud zou ie wezen? Ineens keek ie mijn kant op. Recht in mijn ogen. Ik trok een ongemakkelijke glimlach en knikte. Hij lachte terug. Ik keek weer weg. Wat was dit? Vond hij het grappig? Was hij zich van geen kwaad bewust? Of was ie aan het flirten? Ik keek weer, maar hij keek naar buiten. Of niet? Ik keek in de ruit en zag dat hij mij zo alsnog volgde. Zat mijn haar misschien raar? Dat ie daarom naar mij keek? Ik zette op mijn mobiel mijn selfiefunctie aan en probeerde zo subtiel mogelijk mijzelf te inspecteren. Niets aan de hand. Ik keek weer zijn richting uit. Hij ...
    ... keek de coupé rond. Toen in mijn ogen. Hij pakte uit zijn tas een potje kauwgom. Hij nam er eentje. Toen gebaarde hij of ik ook wilde? Ik knikte. Hij gooide nonchalant het potje naar mij toe. Ik ving het gelukkig. Haalde er een kauwgompje uit en gooide het weer terug. Gelukkig in een rechte lijn. Hij kon hem vangen. Het volgende station moest ik overstappen. Eigenlijk wilde ik blijven zitten. Maar toen zag ik dat hij ook aanstalten maakte om de trein te verlaten.
    
    De trein kwam tof stilstand. Ik stapte het perron op en liep naar het hokje, want het was best fris geworden. Ik keek om. Hij was de enige andere die ook uitgestapt was. Hij keek op z’n telefoon. Toen liep hij mijn kant op. Hij liep het hokje binnen en kwam op het bankje naast mij zitten.
    
    We knikten weer naar elkaar. Ik keek op mijn horloge. Nog tien minuten. Toen ineens dat omroepbericht. Door een defecte bovenleiding reed de trein voorlopig niet. Pas rond twee uur vannacht zou de trein weer kunnen rijden. Dat betekende dat ik hier nog meer dan anderhalf uur zat. Naast mij zag ik ook iemand enorm balen. Ik deed mijn oordopjes uit.
    
    ‘Moest jij ook die trein halen?’
    
    ‘Ja, godver. Ik ben doodop. En heb morgen ook nog een wedstrijd.’
    
    ‘Voetbal?’
    
    ‘Nee, ijshockey. Ik ben keeper.’
    
    ‘Toe maar. Dan moet je wel tegen een stootje kunnen.’
    
    Hij moest lachen.
    
    ‘Dat kan ik ook wel. Ik heb nog maar een keer wat gebroken gehad.’
    
    ‘Wat dan?’
    
    ‘Mijn arm. Maar dat hebben ze heel raar gezet. Er zit nu nog steeds ...
«1234...»