1. Mini - 94


    Datum: 4-8-2017, Categorieën: Romantisch Auteur: Keith, Bron: Opwindend

    De vogende ochtend werd ik om half acht gewekt door een wiebelende camper. Joline was opgestaan en liep al in het keukentje heen en weer… in trainingspak. “Goedemorgen, sportieveling. Zo te zien heb je er zin in.” Ze draaide zich om.
    
    “Ook goeiemorgen, luilak. En wat is ‘zin’? Ik heb van Pa geleerd dat je dingen waar je tegenop ziet het best zo snel mogelijk moet doen, dan is het ten minste achter de rug. Dus: een bakje koffie, een broodje en dan rennen. Kunnen we daarna rustig douchen en écht gaan ontbijten.”
    
    Even later kwam ze met koffie en een broodje naar het bed en zaten we tegen elkaar geleund te genieten. “Kees…?” Ik keek haar aan. “Wat vond jij van mijn voorstel gisteravond? Over vastbinden en zo? De laatste keer reageerde je daar nogal heftig op.” Ik dacht even na. “Lieverd, als dat een van jou onvervulde wensen is… Wil ik best meewerken om die wens te vervullen. En als het wederzijds bevalt…”
    
    Haar ogen glinsterden en ik kuste haar. “Op één voorwaarde: we spreken een stopwoord af. Als het te heftig wordt, voor een van ons tweeën, net zo goed voor mij, dan zegt diegene het stopwoord en stoppen we. Deal?” Joline knikte. “Deal.”
    
    Ze keek ondeugend. “Geldt dat stopwoord ook voor lopen?” Ik zuchtte. “Zóóó jammer dit...” Met de koffie op kleedde ik me ook aan. Het was fris buiten, maar niet koud, dus een korte broek en T-shirt volstond. “Ik word tijdens het lopen wel warm”, zei ik, toen Joline naar me keek. “Als jij voor me loopt in deze outfit, word ik ook wel ...
    ... warm, Kees…”
    
    Ik grinnikte. We sloten de camper af en liepen in een rustige dribbel naar het begin van het parcours. Met gekleurde paaltjes stonden de routes aangegeven: groen voor de drie, oranje voor de zes en rood voor de twaalf kilometer. Ik keek Joline aan. “Groen, oranje of rood?” Ze keek uitdagend terug. “Oranje. Wat kan mij het ook schelen.” Ik tilde haar op. “Je bent een bikkel. Kom, kalm aan beginnen, de eerste kilometer is de warming-up.”
    
    We startten in een kalme looppas, een tempo wat ik uren kon volhouden zonder echt moe te worden. En dat bleek voor Joline ook zo te zijn: ze liep ontspannen naast me, sierlijk en licht. Na een kilometer ging de route helling op. Ondanks dat we nu warm waren, hield ik hetzelfde tempo aan om niet te veel te forceren. “Hé Kees, ik ben nu wel opgewarmd hoor… Je mag wat sneller!” “Nee schat. We lopen nog steeds helling op. Niet veel, maar als je nu gaat versnellen, loop je jezelf kapot. Kalm aan, dan hou je het lang vol. De laatste kilometer persen we er wel een sprintje uit. Voorlopig dit tempo aanhouden, ook helling af.”
    
    Verder kletsten we niet zo veel. We genoten van de natuur: de bomen waren hier al meer verkleurd dan aan de kust; herfsttinten vierden hoogtij. Op één punt stopten we even: bovenaan een helling met een prachtig uitzicht over de omgeving. Ik trok Joline even tegen me aan. “Dit is genieten… Jammer dat ik m’n camera niet bij me heb.” Ze keek me aan. “We zien het nú toch? Al die lui die meer met hun camera voor ...
«1234...9»