1. Zolderspook - 1


    Datum: 2-8-2022, Categorieën: Fantasie Auteur: Jefferson, Bron: Opwindend

    1:
    
    -
    
    Het begon met een harde knal. Een flits volgde. Het hele scheikundelokaal stond in vlam en vuur. Ik kon ter nauwer nood ontsnappen. Ik was te ver gegaan, ik dacht de oplossing gevonden te hebben. Dit moest mij op de kaart zetten. Maar dat deed het niet. Het verwijderde mij van het aardoppervlak. Ik bestond niet meer. Niet voor wie mij herinnerde.
    
    -
    
    Ik vluchtte, ik wist wat ik gedaan had. Ik was mezelf niet meer. Ik was niemand meer. Niet eens een schim. Ik had het nooit koud, en ook niet warm. Ik voelde geen pijn, enkel nog plezier. Ik voelde me vrij. Dat duurde wel een paar dagen, maar de vrijheid was daarna ongekend. Ik kon alles. En niemand die wat wist. Ik hoefde me voor niemand meer te schamen, ik kwam overal binnen, en hoefde nergens meer op te wachten. Ik bestond niet, en dat was het beste wat me ooit was overkomen. Want voordat dit gebeurde, bestond ik voor de meeste mensen toch al niet. Ik was maar een scheikundeleraar. Vaak genoeg gepest door m’n collega’s en zelfs door leerlingen. Dat was nu niet meer! Ik had een tweede kans gekregen.
    
    -
    
    Ik had mijn ‘krachten’ kunnen gebruiken voor het goede. Misdaad bestrijden, mensen lastigvallen die anderen lastigvallen. Het klonk aanlokkelijk. Maar ik was nooit echt een held geweest. Mijn oude leven bestond niet meer. Ik had geen bezittingen meer. Ik droeg ook geen kleding. Alleen als ik onder de douche stond, zou je me kunnen zien. Je zou het water kunnen zien wat ergens op valt. Fysiek was ik nog steeds ...
    ... aanwezig. Alleen wist de villawijk waarin ik nu leefde van niets. Ik sloop van het ene huis naar het andere, plunderde de koelkasten leeg, sliep in bedden die leeg waren en genoot van een luxueus leven als de rijke eigenaren aan het werk waren. Veel van die huizen stonden vaker leeg dan dat ze bewoond waren. Je zou kunnen zeggen dat ik mijn ‘krachten’ dan ook eerder voor het kwade gebruikte. Al deed ik niemand echt kwaad.
    
    -
    
    Het duurde niet lang voordat ik me nog wat schimmiger ging gedragen. Her en der leefde mooie vrouwen; trophywifes, verwende dochtertjes. Niemand die mij tegenhield om te gluren. Ik stond soms op een meter terwijl een mooi dametje zich aan het aankleden was. Ik moest dan wel muisstil zijn en liever ook niet bewegen. Ik was dan wel onzichtbaar, maar praten kon ik nog wel, en aanraken ook. Iets wat ik meteen wilde weten en al uitvoerig getest had. Ik was er niet, maar toch ook wel. Ik was een soort spook, maar dan echt.
    
    -
    
    Mijn oog was gevallen op een meisje van, ik denk, ongeveer twintig jaar oud. Ik had twee dagen in hun huis geleefd, geslapen op zolder waar een groot leeg bed stond, en dit meisje veel in de gaten gehouden. Ze was veel mooier dan de rest. Echt één uit een miljoen. Ze heette
    
    Maddy
    
    , had donker haar wat licht krulde en net tot aan haar schouders reikte. Ze was verwend. Zo’n paardentrutje op het eerste gezicht. Maar ze had een mooi lijf. Lange benen, platte buik, goeie kont en een goeie voorgevel. Niks extreems, alles perfect ...
«1234»