1. Het Satorvierkant - 2


    Datum: 21-11-2021, Categorieën: Fantasie Auteur: Leen, Bron: Opwindend

    Jumièges, Normandië - september 1066
    
    MARYAM
    
    Een luide bons. De deur wordt met zo veel kracht opengegooid dat hij rammelt in zijn scharnieren. Zware voetstappen en barse stemmen vullen de keuken, waar Bernard en Maryam zonet nog aan het genieten waren van een welverdiende maaltijd na een dagje ploeteren op het veld. 4 soldaten met lange baarden gaan elk in een hoek van de kamer staan. Graaf Achard van Lecce betreedt de ruimte met veel bombarie. Bernard veert recht en buigt diep. "Welkom in uw huis, mijn heer. Mijn vrouw en ik," vervolgt Bernard, terwijl hij zijn afschuw probeert te verbergen, "vinden het een eer dat u ons een bezoek brengt." "Boerenpummels" reageert de graaf tegen zijn metgezellen die schateren om dit commentaar. "In naam van de kerk en krachtens het recht dat mij als jouw heer toekomt, kom ik een gift innen voor de heropbouw van de abdij. Wat dacht je van twintig zilvermunten?" Bernard trekt wit weg en stottert: "Zo ... zo ... zoveel heb ik niet mijn heer." Het woedende gezicht van de graaf doet hem ineen krimpen. "Gee... gee... geef me een maand en ik zorg voor... een... gifte."
    
    Een van de soldaten fluistert de graaf iets in het oor. Die knikt gretig. "Om te bewijzen, beste man, dat ik geen boeman ben, heb ik besloten in te gaan op je vraag om uitstel." Bernard kijkt opgelucht en dankbaar. "Maar," vervolgt de graaf," als compensatie wil ik wat me volgens het lijfrenterecht toekomt: met je vrouw naar bed." De metgezellen van de graaf juichen ...
    ... luidruchtig. Bernard stuift op de graaf af. Voor hij die kan bereiken, trekken de soldaten hun zwaard. Bernard houdt abrupt stil. De graaf kijkt hem aan en lacht. Maryam begint te jammeren en kijkt smekend om hulp naar haar man. Die voelt het zwaard van een van de soldaten in zijn buik prikken. Machteloos blijft hij staan, zijn echtgenote wordt intussen door de graaf meegesleurd richting slaapkamer van de boerderij. Terwijl het meisje bruut op het strobed wordt gegooid, nemen twee wachters met getrokken zwaard plaats voor de deur om Bernard de doorgang te beletten. "U hebt het recht niet...!" jammert die wanhopig. Hij merkt het bloed niet op dat over zijn handpalmen begint te lopen, die hij met zijn nagels heeft opengekrabd.
    
    In de slaapkamer stort de graaf zich als een roofdier op de hulpeloze vrouw. Met bruut geweld scheurt hij haar grijze kleed en de witte linnen onderjurk van haar lijf en gooit ze als een vod op de grond. De ogen van Maryam kijken hem beschuldigend aan. Tranen vullen haar ogen, tranen die de begeerte van haar belager enkel lijken aan te wakkeren. De edelman knielt naast de vrouw en trekt zijn lange onderbroek omlaag. Hij pakt haar bij haar pols vast om haar naar zich toe te draaien. "Raak me niet aan!" krijst Maryam. Ze worstelen tot hij erin slaagt haar bij beide armen vast te pakken. Hij draait de vrouw met geweld om en vangt een glimp op van haar naakte lichaam. Haar brede bekken, stevige billen en vooral haar grote stevige borsten, die meewiebelen bij elke ...
«123»