Bronstijd - 1 - Sex Verhalen

Bronstijd - 1

De bronstijd is een onderdeel van de prehistorie. In die tijd was vuursteen een belangrijk materiaal. Brons zelf was kostbaar. Het was een legering van veel koper en een beetje tin. Een brons smid was dan ook een heel belangrijke persoon in de samenleving.

Die samenleving woonde in een soort boerderijen, die samen, een dorp vormden. Ze waren gemaakt van hout. Het dak was bedekt met gevlochten takken en de muren waren bedekt met riet. Na en jaar of 20 was de boerderij versleten en werd dan afgebroken en heel het dorp hielp mee met het bouwen van een nieuwe boerderij.

De mensen leefden van de jacht en landbouw begon. Op de akkers groeiden gerst en gierst. Ze verzamelden vruchten, zoals frambozen, kersen, appels en bramen. Ze aten ook eikels, linzen, lijnzaad en maanzaad. Als er werd gekookt gebeurde dat in potten van klei.

Vlakbij het dorp hielden de mensen koeien, geiten, varkens en schapen. Dier werden niet zomaar geslacht. Dit gebeurde pas als de dieren dood waren gegaan. De koeien en geien leverden immers melk, de schapen wol en van de huiden werden kleren gemaakt. De botten werden gebruikt als gereedschap.

Wieland beoefende het ambacht van brons smid. Hij woonde aan de Wendelzee en was met zijn 20 in de kracht van zijn leven. Met de ‘ee’, dit woord werd gebruikt voor de zede, godsdienst, gebruik, wet en huwelijk, nam hij het niet zo nauw.

In die tijd was het huwelijk iets anders dan tegenwoordig. Men ging er van uit je getrouwd was als je ten minste één ...

... jaar onder één dak had geleefd. Was dat jaar onderbroken door een aangesloten periode van 3 nachten dan was er geen huwelijk en daar zorgde Wieland wel voor.

Op een dag kreeg hij bezoek van een paar vreemde heren. Ze vertelden hem dat ze uit ‘Wang’ (het paradijs) kwamen, specifieker van het eiland Eros en dat ze een aanbod hadden dat hij niet kon weigeren, vrouwen, vertier, lusten een beetje werk. Dit aanbod leek hem te mooi om waar te zijn, maar kon dit niet weigeren. Hij nam afscheid van zijn twee broers. Zwaaiend ging hij met de vreemdelingen mee.

In Pas de Calais lag een boot klaar die hen naar het eiland bracht. Het leek echt op een paradijs. Wieland keek zijn ogen uit.

Tessa

, een mooie vrouw, met lang blond haar, blauwe ogen en gekleed in een heel kort jurkje van Sabeltijgervel bracht hem naar zijn onderkomen. Voor het eerst van zijn jonge leven zag hij een gebouw met een verdieping erop. Via een trap kon je boven komen werd hem uitgelegd. Het was een gemeenschappelijke ruimte waarin je leefde en werkte.

Hij was moe en ging op een stapel huiden liggen die in de hoek van de werkplaats lagen. Hij hoorde gegiechel. De geluiden kwam van boven en hij was zo nieuwsgierig dat hij zijn angst van die ladder overwon en voorzichtig naar boven klom.

Toen ontdekt hij de capriolen van drie tieners. Twee meisjes en een jongen. De jongen was naakt en de meisjes waren nauwelijks overdressed. De blonde had haar rok opgeheven, haar tieten waren bloot, zat op een ruwe ...