1. Tweeling in slavernij deel 1


    Datum: 16-8-2017, Categorieën: Extreem Auteur: Anoniem, Bron: Gertibaldi

    Mijn zusje Helen en ik (Mark) zijn een tweeling. Toen we 18 werden, zijn we van huis weggelopen, over de redenen zal ik het later nog wel eens hebben. Helen en ik deden altijd al bijna alles samen, dus liepen we ook samen weg en zwierven een paar dagen dakloos en hongerig door het land. We reisden van stad naar stad, steeds wanhopiger en zonder veel uitzicht op een oplossing voor onze benarde positie.
    
    Toen we een dag of vijf onderweg waren, kwamen we in een winkeltje ergens in Oost-Nederland in gesprek met een vriendelijke man van een jaar of zestig, aan wie we al snel vertelden dat we honger hadden en dat we hard toe waren aan een bad en een goede nacht slapen. De man bood ons aan ons bij hem thuis op krachten te laten komen en zonder aarzelen stapten we bij hem in de auto.
    
    Na een nogal lange rit - de man woonde dus blijkbaar niet in de buurt van de plaats waar we hem waren tegengekomen - draaide de auto een oprijlaan op naar een groot huis dat in een dicht begroeid park stond. We stapten uit en volgden de man naar binnen. In de van alle gemakken voorziene villa kregen we te eten en mochten we allebei een uitgebreid bad nemen. We maakten van de gelegenheid gebruik om allebei de kleren die we al dagen aanhadden te wassen en te drogen te hangen. Gekleed in twee veel te grote kamerjassen, die de vriendelijke man ons had gegeven, dronken we nog een glas wijn met hem, en toen Helen zichtbaar in slaap dreigde te vallen, bood onze gastheer aan om eerst Helen naar haar kamer ...
    ... te brengen, daarna zou hij mij wijzen waar ik kon slapen.
    
    Na nog geen vijf minuten kwam de man terug en ik volgde hem zonder enige argwaan. Ik was wel verbaasd, dat we niet een trap óp, maar juist een trap áf moesten. De trap kwam uit in een schemerige gang, die zelfs een beetje middeleeuws aandeed. Toen maakte de man een deur open en stapte opzij om mij binnen te laten. Argeloos betrad ik het vertrek, en verbaasd zag ik dat ik een soort gevangeniscel of kerker was binnengestapt! Maar toen ik me wilde omdraaien naar onze gastheer, zag ik nog net de deur met een zware bons achter mij in het slot vallen! Ik zat opgesloten in een bijna lege ruimte met stenen muren, waarin alleen een soort brits stond met een paar dekens erop. Verder NIETS.
    
    Natuurlijk bonsde ik nog een tijd op de deur en schreeuwde ik dat ik eruit gelaten wilde worden, maar zonder resultaat. Toen ik uiteindelijk op de brits ging liggen en de dekens over me heen trok - moe als ik al was - bedacht ik nog voor ik insliep dat er helemaal niemand was die wist dat wij daar waren....
    
    Die nacht werd ik een paar keer wakker van het angstige geschreeuw en gejammer van Helen. Machteloos, bang en tegelijk woedend kon ik alleen maar luisteren hoe zij steeds enkele uren achtereen werd aangerand. Haar bange kreten en smeekbeden werden afgewisseld met de geluiden van slagen en van het bonzen van een lichaam tegen het hout van een deur of een kast of zo. Ik kon bijna voor me zien hoe Helen op wrede en meedogenloze wijze ...
«123»