1. Delicatessenwinkel


    Datum: 11-2-2021, Categorieën: Hetero Auteur: celineenroy, Bron: Gertibaldi

    Dat zal je altijd zien. Ben je als de eerste de beste toerist met je rolkoffertje aan de verkeerde kant van het perron uitgestapt, begint het ook nog eens te stortregenen. C’est la vie, zeggen we dan bij ons anno 2006 in Frankrijk, maar dat biedt – zoals gewoonlijk – bitter weinig troost. Ik had liever een grote paraplu gehad. Of gewoon een plek om te schuilen.
    
    Het is een donkere en koude herfst in dit Nederlandse rotdorp, net onder de rook van een van de grootste steden hier. Als alles goed was gegaan, was ik met een paar passen in mijn zakenhotel terechtgekomen. Zo had de routebeschrijving het me beloofd. In plaats daarvan loop ik al een kwartier te sjokken door een stokoude, verlaten winkelstraat waaraan maar geen einde lijkt te komen. Ik loop gewoon de verkeerde kant op, zeker weten. Niemand te bekennen om de weg aan te vragen. Logisch, het is al elf uur ’s avonds geweest. Ik sta stil en kijk om me heen. De eerste regendruppels beginnen nu via mijn kraag mijn rug op te kruipen. Geweldig.
    
    Wacht. Rechts brandt een diffuus licht in een winkelpand. Het is een delicatessenwinkel, aan de etalage te zien. Volgens mij is hier nog iemand aan het werk, ik meen beweging te zien. Voorzichtig op het raam tikken dan maar. Niets doen helpt in ieder geval niet. Er komt warempel iemand aangelopen, aarzelend. Het is een vrouw, gestoken in een zwarte coltrui en een groen schort over een spijkerbroek. Ik kan me voorstellen dat ze niet zomaar opendoet. Het is laat, het is donker. Het ...
    ... zal een strijd zijn tussen mijn meer dan keurige maatpak aan de ene zijde van de boksring en mijn verregende, Mediterrane tronie aan de andere.
    
    Kijk eens aan. Ze doet de deur op een kiertje open en kijkt me vragend aan. “Het spijt me echt heel erg” zeg ik in mijn beste Engels “maar ik ben bang dat ik een tikje verdwaald ben. Ik kom uit de trein en heb op de een of andere manier de afslag naar mijn hotel gemist”. Ze knikt. “Ja, dan bent u precies de verkeerde kant opgegaan. Dat gebeurt wel vaker”. Berustend zuchten, iets anders zit er niet voor me in. Ik sla mijn kraag nog maar eens op, het wordt een lange weg terug. “Kom anders even binnen” zegt ze, “u bent drijfnat”. Toegegeven, daar heb je geen scherp oog voor nodig. Aardig van haar.
    
    Ik rol mijn koffertje naar binnen. Het is warm en behaaglijk in deze kleine winkel. Rechts staat vol met schappen wijn. Links stellingen met olijfolie, potten en pannen. Achterin staat een koelvitrine met daarvoor in de lengte een grote, wit geschuurde tafel, vol met pakpapier en mandjes. “Ik ben cadeaupakketten aan het samenstellen” zegt ze “de feestdagen komen eraan, en dan willen de klanten vooral niet zelf nadenken”. Ze heeft een geweldig stem. Energiek. Hees en broeierig tegelijk. Haar Nederlandse Engels is beter dan mijn koeterwaalse variant. “Ook heb ik een fles wijn opengemaakt” vervolgt ze, “wilt u anders een glaasje proberen om weer warm te worden?”. Dat sla ik niet af. Als Parijse zakenman zou dat mijn eer te na zijn.
    
    Het is ...
«1234...»