1. De Tweeling - 7


    Datum: 16-11-2020, Categorieën: Tieners Auteur: quasi, Bron: Gertibaldi

    ... voelen ze de boot ook lichtjes stampen.
    
    “Dit is straks weg” stelt Daan Liza gerust.
    
    Eenmaal buitengaats hebben ze 11 knopen wind, net aan kracht 4.
    
    “Zullen we” roept Tom en Daan staat op, “doe maar grootzeil en fok direct na elkaar.”
    
    De motor gaat in neutraal. Ze controleren de lijnen en samen zetten ze het grootzeil uit. Janet ziet dat wat Tom alleen deed met zijn tweeën een stuk makkelijker gaat. Ze letten goed op het zeil en de wind en heel vaak kijkt Tom ook om hun heen naar andere boten in de buurt. De boot begint te hangen en maakt vaart. De motor gaat nu uit en Daan is bezig met de fok. Tom draait aan de winch en Daan let op het zeil en de lijnen. In korte tijd krijgt ook de fok de volle wind en de boot maakt nog iets meer snelheid.
    
    Janet kijkt steeds naar de jongens en hun werk, ze geniet weer en merkt ook nu dat de boot snijdt door de golven.
    
    Liza kijkt nog een beetje benauwd want de boot gaat wel een beetje erg scheef hangen maar het rustige, ietwat glimlachende gezicht van Janet stelt haar toch wel gerust. Ze verbaast zich over het uitblijven van deining van de boot. Daan legt dat uit en Janet ziet dat ook hij die symboliek met zijn handen gebruikt. Ze varen bijna evenwijdig aan de dijk naar Lelystad en de jongens doen af en toe iets aan de zeilen.
    
    “Lekker?” vraagt Daan.
    
    “Ik vind het wel wat hebben” antwoordt Liza, “het is ook zo lekker stil om ons heen.”
    
    Tom wenkt Janet en die komt naast hem zitten. Door het hangen van de boot kan ze ...
    ... lekker tegen hem aanleunen.
    
    “Het is inderdaad veel makkelijker met zijn tweeën” zegt ze tegen Tom.
    
    “Ja en je tweede man of vrouw hoeft geen volleerd zeiler te zijn maar zoals nu, het steeds weer aanhalen aan die kant is het wel heel erg makkelijk.”
    
    De boot blijft goed op snelheid en koers en ze schieten aardig op. Het is half twee als ze de sluis bij Lelystad naderen. Het laatste stuk varen ze op de motor met gereefde zeilen.
    
    “Voel je?” zegt Daan, “hij reageert weer op de golven.”
    
    Bij de sluis moeten ze een rondje wachten.
    
    “Misschien willen jullie ondertussen brood smeren” stelt Daan voor, “en op een schaal leggen. Dan eten we gewoon buiten.”
    
    Janet en Liza staan op en komen een kwartier later met een schaal boterhammen en vier glazen melk naar buiten. Terwijl ze eten wordt de sluis geschut en zij mogen naar binnen. Janet betaald een gulden aan de sluiswachter en nog eens een kwartier later varen ze de sluis weer uit. Ze meren af en eten verder. Ze ruimen alles op. Eenmaal weer aan dek varen ze verder en al snel gaan de zeilen er weer op.
    
    De wind blijft goed doorstaan en ook constant uit dezelfde richting. Tegen half vijf naderen ze Urk. Het laatste stukje vaart Daan op de motor. Hij stuurt de jachthaven in en ziet een aantal passanten plekken leeg. Ze meren af en Tom loopt naar de havenmeester. Hij meldt zich en betaalt voor één nacht.
    
    Daan roept via de mobilofoon Manon op en meldt dat ze behouden in Urk zijn aangekomen.
    
    “Doen jullie dat altijd, je ...
«1234...10»