1. Aangenaam Verrast Door... - 18


    Datum: 23-5-2020, Categorieën: Homo Auteur: Jean, Bron: Opwindend

    ... sportbroekjes aan, hun T-shirts hadden ze al aan.
    
    Ik vertelde Robert wat ik zag.
    
    Robert vroeg, ‘weet jij waar ze altijd gaan joggen?’
    
    Ik zei, ‘ja, dat weet ik, maar waarom vraag jij dat nu?’
    
    Robert zei, ‘ik wil wraak nemen voor wat ze jou hebben aangedaan’.
    
    Ik keek hem vragend aan, en trok mijn schouders niet begrijpend omhoog.
    
    Hij zei, ‘laat dat maar aan mij over, jij heb vast wel ergens een paar stukken touw liggen’.
    
    Ik knikte van ja, en vroeg, ‘maar wat wil jij dan gaan doen?’
    
    Hij lachte en herhaalde zich, ‘laat mij mijn gang nu maar begaan’.
    
    Robert ging verder en vroeg, ‘waar gaat de knuppel van een Karel altijd joggen?’
    
    ‘Ik neem aan dat zijn neefje daar ook mee naar toe gaat’.
    
    Ik reikte hem vier stukken touw aan, en zei, ‘hij gaat altijd naar de hei om te joggen, je weet wel waar ook de homo’s zich treffen’.
    
    ‘Buiten de joggers en hun komt er bijna nooit iemand, en zeker niet op die tijd dat hun gaan joggen’.
    
    ‘Dan is het er echt stil, zelf de homo’s komen pas later daar naar toe’, zei ik.
    
    Robert zei, ‘mooi dan kunnen we daar gerust wraak gaan nemen op die twee’.
    
    Ik begreep nog steeds niet wat Robert van plan was.
    
    Robert nam twee plastieken draagtassen en deed daar de stukken touw in, hij zei, ‘het word tijd om te gaan, dat word lachen voor ons maar niet voor die twee, let maar op mijn woorden’.
    
    Robert liet zijn sportbroek zakken, en wikkelde de zakken om zijn onderlijf.
    
    Toen hij daarmee klaar was, trok hij zijn broek ...
    ... weer omhoog en vroeg, ‘kan je er nog wat van zien?’
    
    Ik zei, ‘nee, er valt zo goed als niets meer van te zien’.
    
    ‘Mooi’ zei hij ‘dan kunnen we naar beneden gaan, en zeggen we dat we wat gaan wandelen’.
    
    Onder in de kamer zaten mijn ouders, we zeiden, ‘we gaan wat wandelen, zodat het met mijn enkel straks als we op vakantie gaan wat beter gaat’.
    
    Ze zeiden, ‘dat is een goed idee van jullie, Pieter heb jij geen zin om mee te gaan vroegen ze gelijk daarop?’
    
    Pieter zei, ‘nee, mijn vriendjes komen zo om te spelen’.
    
    Ik zei hierop, ‘maar wel rustig met mijn computerspel, ik heb er niets op tegen als jullie er mee spelen maar wel rustig aan hoor’.
    
    Pieter glunderde over zijn hele gezicht, en zei, ‘ik zal voorzichtig zijn’.
    
    We verlieten het huis en gingen naar de hei, waar die twee knapen van hier naast gingen joggen.
    
    Onderweg vertelde Robert zijn plannetje.
    
    Hij zag dat ik wat wilde zeggen, maar hij was me voor en zei, ‘laat me maar begaan, dat zal een lesje voor hun worden’.
    
    Ik dacht “zeg maar niets, hij is er toch niet van af te brengen”.
    
    Na een goed half uur te hebben gelopen waren we er, Robert zocht een geschikte stok en bond er een van de touwen aan vast.
    
    Hij zei, ‘kijk als ze hier voorbij komen trek ik aan het touw en struikelen ze, als het goed is vallen ze op de grond’.
    
    ‘Dan moeten we snel zijn, we trek dan de draagtassen over hun hoofd’.
    
    ‘Vervolgens leiden we ze naar een boom, en binden hun er aan vast’.
    
    Ik zei, ‘het is goed, maar ze ...