1. Betrapt Door Mijn... - 3


    Datum: 3-2-2020, Categorieën: Homo Auteur: Jean, Bron: Opwindend

    Nou ja dan is het maar zo, met mijn hoofd naar beneden liep ik terug naar het gymlokaal.
    
    ( ik zag me al in gedachten in mijn boxer in de gymzaal staan, en hoe de hele klas me zouden uitlachen), de leraar stond al te wachten op mij en vroeg nors waar kom jij nu nog vandaan?
    
    Ik had vanmorgen een ongelukje, ik had een auto niet gezien en heb een salto gemaakt.
    
    “Ja, ja, de smoesjes van vroeger waren beter Max” zei hij.
    
    Hakkelend ging ik verder en zei “eerst dacht ik dat het wel mee zou vallen, maar nu de schrik weg is, heb ik toch wel last van mijn knie.
    
    Ook begin ik misselijk te worden en van tijd tot tijd draait alles om me heen”.
    
    “Dat is een minder goed bericht jongen, dat lijkt me wel een lichte hersenschudding”.
    
    “Eerlijk gezegd, zat ik daar ook al aan te denken, meester” antwoordde ik.
    
    Jos kwam op dat moment net voorbij.
    
    De gymleraar greep hem bij de schouder, en zei: “jij bent toch liever lui dan moe, het lijkt me het beste dat je Max even naar huis brengt, wel eerst even langs de Rector gaan en afmelden
    
    voor de verder lessen van vanmiddag”.
    
    Jos keek me verbaasd aan: “dat doe ik graag, ga me meteen omkleden”.
    
    “Ja, ja, dat dacht ik al” zei de leraar met een glimlachje tegen mij: “blijf jij hier maar op de gang wachten, in de kleedkamer is het erg benauwd, dat zal je niet goed doen”.
    
    Jos was snel klaar met het omkleden, in een zucht en scheet stond hij alweer voor me. Samen liepen we naar het kantoor van onze Rector en ik vertelde hem ...
    ... over het ongeluk met onze Psychologe en dat de gymleraar, me aanraadde, om me af te melden en voorstelde dat Jos me brengt: mijn fiets ligt in de kreukels en….” “Ach jongen, je had meteen weer naar huis moeten gaan; lopen Jos, hij mag niet achterop bij jou”. Jos haalde zijn fiets uit de stalling en samen lopen we er naast, het is warm.
    
    Als we bij de plek van het onheil aankomen hebben we onze overhemden al losgeknoopt. Jos heeft geen enkel haartje op zijn armen ook zij benen heeft hij glad geschoren ( zover als ik kon zien).
    
    Jos duwde me zijn fiets in de hand en raapte mijn, in de kreukels liggende fiets op.
    
    We vervolgde onze weg naar mijn huis, lief van Jos, want met deze warmte valt het heus niet mee, de wielen willen beide niet meer rollen. Puffend, vraagt hij: “waar kan ik de fiets stallen?” Ik maakte het schuurtje open: “smijt hem maar ergens neer, veel zal er toch wel niet meer van te maken zijn”.
    
    “Zal ik je nog even naar je kamer brengen, ik weet dat jullie een nogal moeilijke trap hebben”.
    
    “Als je zo vriendelijk wil zijn, dan graag” antwoordde ik.
    
    Meteen als we op mijn kamer zijn zeg ik: “tijdens het lopen zag ik dat je geen haartjes
    
    meer op je armen en benen had!”
    
    “Dat klopt, ik heb nergens meer van die lastige haartjes staan”.
    
    “Wat bedoel je met nergens meer?” vraag ik verwondert.
    
    “Nou net zoals ik zeg, nergens behalve op mijn rug, daar kon ik niet bij” zegt hij lachend.
    
    “ Kom nou, je maakt me toch niet wijs dat jij je overal heb ...
«1234»