1. Memoires van een onsterfelijke (3)


    Datum: 1-2-2020, Categorieën: Fantasie Auteur: Hugebralover, Bron: Gertibaldi

    Aan alles komt een eind, zo zeiden mijn ouders me wel eens. Wat ze toen niet wisten, was dat hun einde een stuk sneller was gekomen dan dat zij hadden voorspeld. En dat allemaal doordat ik het in mijn jonge en onbezonnen hoofd had gehaald om zonodig het eeuwige leven te willen leiden. Nu waren hun zielen, samen met die van de rest van de kasteelbewoners, god weet waar terechtgekomen, en mogelijk dienden hun lichamen zelfs als voedsel voor demonen. Maar aan alles komt een eind. Het was dan misschien een volks geloof, maar men leek het uit alles te kunnen afleiden. Bomen verdorden, wilde dieren zochten een laatste rustplaats. En mensen verging het niet anders. Voordat de ziekte tenslotte naar het graf leidde, deden de eerste tekenen zich al voor. De eens zo graag gestreelde gladde huid, verloor haar soepelheid en ging rimpels vertonen. Mannen klaagden weemoedig dat hun eens zo sterke paal niet meer omhoog te krijgen was, en borsten, groot en klein, vielen uiteindelijk ten prooi aan de zwaartekracht.
    
    In mijn eerste poging om weer in de openbaarheid te treden, ondervond ik dit aan den lijve. Ik had mijn zinnen gezet op de vrouw van een oude timmerman, die samen met haar man in een hutje op het terrein woonde. Hoewel de oude vrouw heel vrolijk oogde, was het me opgevallen dat ze in werkelijkheid helemaal niet zo vrolijk was, wat waarschijnlijk te wijten was aan haar drinkende man. Deze werkte nog maar weinig, mopperde wat meer en dronk zoveel dat hij elke avond al vroeg onder ...
    ... de dekens lag. Ondanks haar ouderdom had ze nog een aantrekkelijk gezicht, en aangezien toch niemand haar zou geloven, besloot ik me eens goed met haar uit te leven.
    
    Zo kwam het, dat toen beiden ’s avonds in bed lagen en haar man al diep in slaap was, ik mijn lichamelijke vorm aannam, en voorzichtig de deur van hun hutje opende.
    
    “Lize, ben jij dat?” vroeg ze, toen ze mijn gestalte de deur zag openen. Ze dacht dat ik haar dochter was. “Sssst. Nee, ik kom van boven,” zei ik, en wees met mijn wijsvinger in die richting. “Van de vesting? Zo laat nog?” “Nee,” verbeterde ik haar fluisterend,” van boven, vanuit de hemel.” “Wat? Van… oh, bij alle heiligen!” zei ze opgewonden, toen ze mijn gespierde naakte lichaam zag in de schemering. Ik maakte het stiltegebaar met mijn vinger op mijn lippen en liep naar haar zijde van het bed tot ik naast haar stond. Zonder dat ze ervan schrok, streelde ik haar naakte enkel. “Ik kom je enige voortijdige verlichting brengen, omdat je zo’n goed leven hebt geleid.” Ze kwam overeind. Ik zag de blos op haar wangen, boog me naar haar toe, en kuste haar rijpe lippen. “Wacht,” zei ze, “en mijn man dan?” Ik antwoordde: “je kunt niet vreemd gaan met een engel, goede vrouw.” Daarop pakte ik haar handen, die ik voorzichtig om mijn dikke, harde lul sloot. “Oohh, je bent inderdaad een engel!” stootte ze hijgend uit. Toen begon ik haar te zoenen, gooide het deken van haar af en voelde haar slappe maar grote tieten onder haar slaapvest. Terwijl haar man nog ...
«123»