1. Dinsdag


    Datum: 31-5-2019, Categorieën: Overspel Auteur: Duiveltje, Bron: Opwindend

    ... zelden tot nooit gebruikt. Mmmm…interessant, zegt hij haar aankijkend. Ze pakt zijn hand vast en trekt hem mee de lift in. Wauw, zegt ze hem nog een keer aankijkend, ik kan het gewoon niet geloven, je bent echt een kanjer. Hij loopt met haar het dakterras op en het is er verrassend schoon. Waar wil je zitten, vraagt ze aan hem. Daar wijst hij naar een plekje wat is afgezonderd. Ze lopen er heen en nemen plaats op twee loungestoelen.
    
    Inge loopt het dakterras op, het is al ver na de lunchpauze en de enige afgezonderde plek die ze zich kon bedenken was het dakterras. Ze hoort wel stemmen, maar ze ziet haar collega en de treinman niet, afgaand op het geluid ontdekt ze hun achter een pilaar. Ben jij de treinman, vraagt ze vragend aan Roy. Hij begint te lachen, ja dat ben ik. Dat is… dat is…. Ja, daar ben ik inmiddels ook wel achter Inge, lacht Lei. Ik wil jullie niet storen, maar Isaac is naar je op zoek en volgens mij, moet jij ook weer nodig aan het werk Lei. Ik kijk op mijn horloge en schrik me een hoedje. De tijd is voorbij gevlogen zie ik. Haastig sta ik op, ik zie je vanavond wel in de trein en ik geef hem een knipoog terwijl ik snel achter Inge aanloop.
    
    En vraagt ze in de lift hoe was het op het toilet? Geweldig, lach ik. Heb haar beloofd haar alles te vertellen en doe dit dan ook nu we in de lift staan. Jeetje, ik wou dat ik dat ook eens meemaakte. Misschien overkomt het je ook wel eens Inge, je weet maar nooit. Nee, dat ik waar het kan zomaar dat zie ik wel bij ...
    ... jou.
    
    Op onze werkplek aangekomen, stort ik mezelf weer snel in het werk en merk dan totaal niet op dat Inge om vijf uur gedag zegt en naar huis gaat. Ik wil gewoon nog even het laatste dossier af hebben en werk nog even door. Het is uiteindelijk kwart over zes als ik de map dichtsla en mijn handen en benen uitstrek. Opstaand pak ik mijn spullen bij elkaar en loop het kantoor uit.
    
    Verrast zie ik hem staan. Eindelijk klaar, zegt hij mij lachend aankijkend. Ja, eindelijk. Hij pakt me beet en kust me vol op mijn mond. Als hij me iets later loslaat zegt hij, kom we gaan naar huis. Hand in hand lopend voel ik me op dat moment het gelukkigste mens ter wereld.
    
    Op het station aangekomen is het er een drukste van jewelste, mensen staan ongeduldig te kijken naar het bord. Wat is er aan de hand, vraagt Roy aan een man die er nog wel enigszins relaxed bij staat. Er is een aanrijding geweest er rijden nu geen treinen richting Utrecht. De andere kant op wel, hoor ik de man zeggen. Lekker dan, hoe kom ik nu thuis denk ik bij mezelf. Roy leidt me weg van de drukte en als we enigszins op een verlaten stukje perron staan, zegt hij. Mijn broer woont in Eindhoven, we kunnen vast wel bij hem logeren. Logeren, bij zijn broer, iemand die ik helemaal niet ken. Roy, het is een goede oplossing, maar ik zie een probleem. Je broer kent me helemaal niet, wat ga je tegen hem zeggen. Dat ik een collega van me werk meeneem, die in hetzelfde parket zit. Ja, dat is waar zeg ik zacht.
    
    Hij pakt zijn ...
«1...345...9»