1. Westhoekverhalen - 6


    Datum: 19-3-2019, Categorieën: Homo Auteur: Jaakske, Bron: Opwindend

    WESTHOEKVERHALEN zijn een verzameling losse verhalen, die op zich niets mer elkaar gemeen hebben.
    
    VERHAAL NR 6 - KENNISMAKING MET HET JEUGDHOME
    
    Ik zat op de harde houten bank, pa en ma naast mij. De man voor ons, achter die grote tafel, keek over zijn brillenglazen heen. Hij bladerde in een stapel papieren, keek me opnieuw aan.
    
    - Niet mooi hé, begon hij. Niet mooi hé ! Hoe lang is het geleden dat ik je hier de laatste keer gezien heb ? Zeg eens.
    
    Ik haalde mijn schouders op.
    
    - Ha, ja, je weet het niet… Je weet het niet. Ik zal het je zeggen. Amper twee maanden. Amper twee maanden geleden zat je hier omdat je in de Sparwinkel sigaretten gestolen had en de winkelier een stamp tegen zijn schenen gegeven hebt. Twee maanden geleden. En nu, nu opnieuw. En nu omdat je gisteren van dat oude vrouwtje haar saccoche van haar arm gerukt hebt en daarbij is dat vrouwtje – vijfentachtig is ze - gevallen en haar pols gebroken….
    
    Die strenge man zweeg even. Hij was de jeugdrechter, geen gemakkelijke, dat wist ik al van vroeger. Hij bladerde opnieuw in de papieren. Hij richtte zich op.
    
    - Altijd opnieuw diefstallen, altijd opnieuw. Al van toen je twaalf was ! Goed begonnen. Maar nu is het de laatste keer. Ja…
    
    Hij nam een telefoon en belde naar god-ik-weet-niet-wie. Na een hele tijd.
    
    - Goed, straks komt de wachtmeester en hij brengt je naar het Jeugddetentiehuis voor minstens zes maanden. Hoe oud ben je nu ? Zestien en vijf.. nee, en zes maanden. Goed, we gaan beginnen ...
    ... voor zes maanden, dan ben je er zeventien. Hopelijk zul je die les wel leren.
    
    Er kwam een politieman binnen. Dee jeugdrechter vulde een formulier in en gaf het hem. Ik moest hem volgen. Vader vloekte. Moeder weende. Nee, geen handdruk, geen zoen, niets. Ik mee. Er wachtte een politie-auto met chauffeur. Ik achteraan. Waar voerden ze me heen ? De autostrade op, zo’n uur rijden, dan een weg tussen bomen en bossen. Een lange muur, met ijzeren hek. Naar binnen. Een grijs grauw gebouw. De politieman wist waar hij naartoe moest. Aanbellen. Er kwam een man open maken, gekleed in kakikostuum. Samen met de politieman naar binnen. Wachten aan een bureau. Binnen. Een man keek me aan. Hij zegde dat hij de directeur was van de instelling. Hij stelde vragen.
    
    - Naam ?
    
    - Guy…
    
    - Guy…, familienaam ?
    
    - Guy Delbeque.
    
    De men keek in de papieren.
    
    - Zestien jaar en… en zes maanden…
    
    Ik knikte. De man schreef een en ander op een papier. Hij gaf een hele preek ! Amaai ! Ik was absolute gehoorzaamheid verschuldigd aan de chefs. Ook aan de kameroverste. Ik moest een kamer delen met nog drie andere gasten.
    
    - Oke, ga maar mee met de chef.
    
    Ik volgde de chef, een lange gang door naar een lokaal met allemaal metalen kastjes tegen de muur en aan de andere kant een soort douche en enkele banken en in het midden een lange tafel. . Er was een tweede chef, eveneens in kakikostuum. Die zag er allesbehalve vriendelijk uit.
    
    - Haal alles uit je zakken en leg het hier op tafel.
    
    Veel ...
«1234»