1. Tien snapshots


    Datum: 23-12-2018, Categorieën: Groep Auteur: giel, Bron: Gertibaldi

    Een hoogstpersoonlijke terugblik op een memorabele maand die mijn leven uiteindelijk een definitieve wending gaf. Een ontdekkingsreis waarvan de route door een handvol mensen uitgestippeld werd. Een drie weken durende roes.
    
    Tien snapshots (deel 1)
    
    1. Snapshot één: de machoman
    
    Het eerste wat je dacht als je Koen zag, was dat hij zonder enige moeite elk meisje rond zijn vinger draaien kon. Hij had wild donkerblond haar waarvan enkele lokken voor zijn ogen vielen, ogen die samen met de rest van zijn gezicht steevast een quasi-nonchalante uitstraling gaven. Zeer macho ook, corresponderend met zijn erg mannelijke lichaamsbouw en brede torso. ‘Je kan me wat’, zo kijkt hij op de foto die nu voor me ligt. Zijn blauwwit geruite slip heeft duidelijk moeite om het ook op die plek fors geschapen zijn te verbergen. Geen kiekje voor in het familiealbum, zo benadrukt de paars glimmende eikel die ongeduldig boven de rand van zijn onderbroek komt piepen.
    
    Het is één van de tien foto’s uit de omslag die ik in een vergeten doos op zolder vond, tussen allemaal dagboeken uit mijn puberteit. Opnamen die de drie weken Gent laten herleven alsof het gisteren was. Snapshots die compléét uit mijn geheugen waren gewist.
    
    De zestienjarige verlegen snaak die ik toen was, kwam in die stad terecht na een desastreus begin van de zomervakantie. Een felle brand had ons huis in de as gelegd. Mama belandde met een zware zenuwinzinking in het ziekenhuis. Met mijn stiefvader Eduard en Dirk, mijn ...
    ... negentienjarig stiefbroer, nam ik intrek in de caravan achter het garagebedrijf van Eduard. Dat viel niet mee, ook al omdat ik in tegenstelling tot Dirk helemaal niet technisch en praktisch onderlegd was. Uiteindelijk werd beslist om me in Gent bij tante Germaine, de iets oudere zus van mama, onder te brengen. Het begin van een memorabele maand die de rest van mijn leven zou determineren.
    
    Het was een bedompt en droevig microklimaat waar tante Germaine haar leven in verder sleep. Cru gezegd, maar zelfs slepen was in haar geval een nog te actief werkwoord. Ganse dagen zat ze in haar muffe woonkamer voor de televisie te vegeteren, de ene na de andere sigaret opstekend, enkel uit haar fauteuil komend als die fles goedkope wijn weer eens leeg bleek te zijn. Plastic bloemen, en ik fantaseer het niet, waren het enige dat haar leven kleurden. De vrouw was al een aantal jaren aan het wegkwijnen, sinds de dood van onkel Marcel. Bij haar zoon Koen vond ze blijkbaar niet steun genoeg om uit zich dat depressiemoeras te hijsen. Die twee leefden dan ook langs elkaar door, ieder deed zijn eigen ding.
    
    Van het eerste moment werd ik gewaar dat Koen, mijn neef was drie jaar ouder, me als een indringer beschouwde, als een stukje balast dat ze ongevraagd in zijn leefwereld hadden gedropt. De derde dag draaide hij (op vraag van zijn moeder?) bij.
    
    ‘Als je zin hebt, mag je met me mee, ik ga ‘blowen’ bij een vriend, als je dat iets zegt…’
    
    Tjonge tjonge, ‘blowen’: altijd veel over gehoord, maar ...
«1234...21»