1. Meral 3 Op het jacht


    Datum: 8-12-2018, Categorieën: Werk Auteur: Paul, Bron: Gertibaldi

    Op zaterdagmorgen werd ik wreed uit mijn roes gewekt. De telefoon bleef aanhoudend bellen. Ik nam op en kreeg de havenmeester aan de lijn. Er was die nacht ingebroken in een aantal jachten en nu wilde men weten welke boten wel en welke niet door het inbrekersgilde waren bezocht. Voorzichtig sloeg ik het dekbed van mij af en wilde opstaan om even naar de jachthaven te rijden. Voor Meral zou ik wel een briefje achter laten. Mijn boot had ik de laatste 2 jaar niet meer gezien. Alleen ga je niet zo snel varen en had me al eens voorgenomen haar te verkopen. De zeewaardige Bayliner met slaapplaats voor 6 personen zou best nog wat opbrengen alleen had ik het geld niet direct nodig, dus was de verkoop nog steeds uitgesteld.
    
    Meral werd echter wakker van deze beweging en sloeg direct een arm om me heen. Niet weggaan schatje zei ze vriendelijk en liet har hand afzakken naar mijn lul die hierop direct reageerde. Ik vertelde haar dat ik even naar mijn boot moest wegens inbraak in de jachthaven, waarop ze meteen reageerde met de woorden: Heb jij een boot, leuk dan kunnen we de rest van dit weekend ongestoord gaan varen. Ze wist niet dat je toch proviand, water en brandstof in moet slaan als je een weekend weg wilt, Op het water kom je niet snel een supermarkt tegen waar je snel een boodschapje kunt doen. Ze wilde niets van mijn bezwaren weten, stapte snel uit bed en trok een kort zomerjurkje over haar naakte lichaam. Haar tepels drukte zwaar tegen de stof. Ze zag er uit om op te vreten. ...
    ... Ik kleedde mij aan, zocht de sleutels en de papieren van de boot en een half uur later reden we richting de jachthaven. Daar aangekomen was het een drukte van jawelst. Overal stonden auto’s schots en scheef door elkaar geparkeerd. Uit veiligheidsoverwegingen ben ik een stuk verderop gaan staan en zijn we teruggelopen naar de ingang. Hier stond een agent die controleerde of je daar wel een boot had liggen. Ongenode gasten werden geweerd. Op het terrein kwam ik een aantal oude bekende tegen die vriendelijk naar me knikten en met hun ogen een teken gaven: Wat een lekker ding heb ij bij je.
    
    Ik melde me op het havenkantoor en zei dat ik naar de boot ging. Als er niets mee aan de hand was zou ik alleen brandstof en water inslaan en een stukje gaan varen. We liepen naar de boot die halverwege pier 4 ligt. Als je de boot kunt alt hij direct op. Het was de grootste en natuurlijk de vuilste omdat ik er al 2 jaar niets aan gedaan had. Aan dek was niets te zien. Maar ja er ligt niets aan dek want ik ben er haast nooit. Het kombuis opengedraaid en de muffe lucht kwam me tegemoet. De gordijnen open en ik kon zien dat er niemand in was geweest en stonden geen afdrukken in het stof. Tegen Meral zei ik dat we een stukje gingen varen de Biesbosch in en als het mooi weer zou blijven konden overnachten op een van de toegestane aanlegplaatsen. Ze was razend enthousiast maar zei wel dat ze verder geen kleding bij zich had, waarop ik antwoordde: Wie bekommert zich daarom we zitten op open water ...
«1234»